Met keurig gekamde haren neemt ze plaats tegenover drie rechters in de zittingszaal. Zesentwintig jaar jong is ze.
Bij elke vraag van de rechter legt ze onomwonden uit hoe en waarom ze met een lange aansteker de gordijnen, de vloerbedekking en een plantenbak in het politiebureau aanstak, vorig jaar augustus.
Een oplettende agent ter plaatse, die een brandlucht rook, kon tijdig erger voorkomen. De brand kon in de kiem worden gesmoord.
Ze had er eigenlijk niets te zoeken, daar op het bureau. Ze kwam die dag bewust. ,,Dat moest ik van mijn dwanggedachten”, zegt ze.
Een paar weken voor de brand had ze een steen tegen de ruit van het bureau gegooid. Omdat ze zich destijds verzette bij haar aanhouding, werd ze met pepperspray overmeesterd.
Na de brand op het bureau werd ze kort in ’t gevang gezet. Van daaruit verdween ze naar een Forensisch Psychiatrische Kliniek, waar ze tot op heden aan haar veelheid aan stoornissen wordt behandeld.
Jarenlang verwondde en verminkte de vrouw zichzelf. Zo goed en kwaad als het kon werd ze psychologisch en psychiatrisch onderzocht. De vrouw werd verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. * Kort en goed: zij kan deels minder doen aan wat ze deed.
De officier van justitie eist tbs met voorwaarden voor de vrouw. Daarna neemt haar boomlange raadsman het woord. ‘Tussen brandstichten en iets áánsteken zit een groot verschil’, begint hij.
Ondertussen kijk ik naar de vrouw. In haar handen heeft ze een knuffeltje geklemd. Het is een klein hondje. Zachtjes schommelt ze voor- en achteruit op haar stoel, terwijl ze ruikt aan het pluchen beestje. Ze houdt het afwisselend tegen haar neus, wang en voorhoofd.
Ik vermoed zomaar dat ze niet echt luistert naar wat haar advocaat te zeggen heeft. Mijn ogen op haar gericht. En op haar hondje. Ze sneed zichzelf bijna gehandicapt en knuffelt nu met een pluchen beestje in de zittingszaal.
Mijn maag maakt een buiteling. En dat mag. Wij rechtbankverslaggevers zijn niet van steen. Wij zijn ook moeders, ouders, mens, wij zijn bezorgd.
Wij, de in het ‘strafrecht gespecialiseerde professionals’, stoppen soms even met schrijven, omdat het zien van zo een verdachte als zij bij ons vragen doet rijzen.
Waarom zit deze vrouw in de zittingszaal, tegenover een trio aan rechters. Waarom moet haar geestelijke en vreselijke chaos middels het strafrecht worden afgedaan.
‘Haar behandeling behelst mogelijk nog jaren’, klinkt het door de zaal. Ik vraag me af wat er ooit precies met deze fragiele midden-twintiger is gebeurd. In haar jeugd, haar kleutertijd, haar pubertijd. Misschien moet ik me dat niet eens afvragen.
De zitting zit erop. Ze mag weer met twee man parketpolitie mee. In haar linkerhand het hondenknuffeltje, haar haren nog even keurig als bij aanvang van de zitting. Ze draait zich om en groet nog even.
Naar beneden wil ik. Naar de perskamer. Koffie. Snel. Vóór ik ga uitroepen: “Mag ik haar héél even vasthouden?”
-
Uitspraak in deze zaak is op 17 september. Zie ook:
* Straffen, maatregelen en combinatievonnissen
Mogelijk is zij in haar jeugd jaren lang geestelijk en lichamelijk mishandeld en seksueel misbruikt geweest.
Daardoor zal ze zelf vinden dat haar leven niets meer waard is.
Als ze opgesloten zit zal ze zich mogelijk bijligt voelen, vandaar dingen te doen zodat ze word opgesloten.
Hoi
Lees je artikel en herken wat je schrijft.
Met de veranderende zorg, binnen de gehandicapten en psychiatrie, is dit herkenbaar.
Mogelijk een mevrouw die altijd overvraagd is, beïnvloedbaar en net niet de goede opvang.
We komen nu ook veel mensen tegen vanuit Beschermd Wonen, waarin voor hun 18e jaar de verstandelijke beperking niet voorliggend was en daardoor net niet voldoende begeleiding krijgen.
Erg triest dat een jonge vrouw door stemmen in haar hoofd tot deze daden komt met het onoverzichtelijke van deze rechtszaak.