Poging tot doodslag.
Bij dit feit is gepoogd iemand van het leven te beroven maar is de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid. Poging tot doodslag kan van alles inhouden, het is een zeer ernstig feit.
11-09-2011, Johan en Auke.
Het is gezellig in Groningen, het uitgaansleven komt op gang, de cafés en bars lopen vol en hier en daar joelt wat jeugd op straat. Groningen bruist. Daar kan men leuk uitgaan. Overal hangen stadscamera’s. Dat geeft een veilig gevoel.
Het is ook gezellig in een café in de Peperstraat, hoewel er bij de garderobe wat wordt gedrukt en geduwd door twee groepjes jonge mannen. Zodra het uit de hand dreigt te lopen, grijpen uitsmijters in. De oproerkraaiers worden verwijderd.
Deze heren komen elkaar op de Grote markt weer tegen, waarbij het onmiddellijk uit de hand loopt. Er wordt nog geopperd om alles bij de Martinitoren maar even goed op te lossen, daar zouden geen camera’s hangen. Maar het is al te laat, het gevecht barst los. Eén van de mannen, Jelte, wordt door Johan (21), op de grond geslagen met een ferme klap. Auke (23), helpt hem daarbij maar die is zo dronken dat hij tijdens zijn schoppen zélf op de grond valt.
Jelte, ziet nog een schoenzool boven zijn hoofd en wordt daar vol op geraakt.
Johan schopt zó hard op de reeds liggende Jelte, dat dit gekwalificeerd kan gaan worden als zijnde: poging tot doodslag. Hij nam een aanloopje, sprong en trapte hard met zijn voet op het hoofd van het slachtoffer.
“Hierbij had het slachtoffer heel makkelijk het leven kunnen laten”, aldus de officier. Maar dat is niet gebeurd. Jelte zit in de zaal.
Ze weten er niets meer van. Te laat, te dronken en natuurlijk teveel drugs. Ja, ze hadden wel een beetje teveel gehad, van van alles, dat wel, en er was ook wel ruzie geweest. Kom, ze lieten zich niet uitdagen.
Alles is gefilmd.
Johan heeft de beelden al eens gezien, Auke niet. Dat is even schrikken in zittingszaal 14. Johan ziet zichzelf slaan en trappen en dan in de finale nog even een sprong maken op het hoofd van Jelte, met grote kans op dodelijke afloop. En dat in zijn proeftijd…. Hij staat versteld van zichzelf.
Ook zijn ouders wisten niets van zijn cocaïnegebruik. “Ik wist niet dat ik dit soort dingen kon doen, dat ik hiertoe in staat was”. Hij biedt Jelte terloops even zijn excuses aan.
Johan had ooit plannen, hij zou een prachtige opleiding doen maar zijn vorige detentie gooide roet in zijn eten.
De filmbeelden doen dat ook.
De officier eist voor Johan; 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, reclasseringstoezicht en een algeheel alcohol- en drugsverbod voor de duur van een jaar.
Auke herkent zichzelf tijdens vertoon van de beelden ineens aan zijn jack en knikt ‘ach en wee’ op de bevindingen van de officier. Hij heeft snel een ‘boze’ dronk, is gefrustreerd, woont nog bij zijn vader, staat onder begeleiding van een maatschappelijk werker en zijn broer is zijn bewindvoerder. En, hij is eerder veroordeeld geweest voor openlijke geweldpleging. Poging tot doodslag wordt Auke niet verweten, wél (wéér) openlijke geweldpleging. De eis: 120 uur werkstraf, vier maanden voorwaardelijk en reclasseringstoezicht én een algeheel alcohol en drugsverbod voor een jaar plus daar bovenop een training met de prachtige titel: “Baas over eigen boosheid”.
Jelte claimt een schadevergoeding aan smartengeld van 500 euro en 15,50 euro voor de extra tandartskosten. Hij wil niets meer zeggen.
De officier blijft na het woord van de verdediging fel bij zijn eis want: ”Dit strontvervelende gedrag van mensen die teveel hebben gezopen en gesnoven is volstrekt onveilig en abnormaal. Gelukkig hebben we camera’s voor dit ontspoord gedrag”.
Uitspraak op 29 december.