Ze had dromen. Marlies. Ooit. Tot ze en jaar of twaalf oud was. Toen werd het in haar hoofd helder dat de dingen die thuis gebeurden niet hoorden. Onbegrijpelijk waren. De hemeltergende schaamte achtervolgde haar. Op school, bij vriendinnen thuis. Natuurlijk wist ze dat er veel niet deugde bij haar thuis. Misschien was zij degene die niet deugde.
Schuld
Al vroeg leerde ze de schuld bij zichzelf te zoeken. Ze zou mooier gekleed gaan en meer lachen. Dat zou alles anders maken. Ook voor haar vader. Dan zou hij haar als volwassen zien. Hoopte ze. Vader keek nooit kritisch naar zichzelf maar wel naar haar. Zijn koekje met gat. De vervanger voor zijn vrouw. De jarenlang durende depressies na de bevalling van Marlies werden haar fataal. Ze verhing zich in een schuurtje achter het huis. Hij bleef alleen achter met zijn dochter. Toen bijna negen jaar jong. Ze is nu drieëntwintig jaar. Te kort gerokt, haar haar té blond. Té veel van alles.
Vader troosten
Koud twee weken na de dood van haar moeder liet vader haar kennismaken met de wereld van seks. Van keiharde porno en van dagelijks. En nachtelijk. Soms wel vijf keer binnen vierentwintig uur. Ze had hem als negenjarige willen troosten omdat haar moeder er niet meer was en papa zoveel dronk. Ze had een arm om hem heen geslagen en zijn gezicht geaaid. En ze had de grootste fout gemaakt die ze ooit had kunnen maken, leest ze voor uit haar slachtofferverklaring.
Ze had een keer gezegd: “Maar ík ben er toch, papa?”
Vriendje
Op haar veertiende kreeg ze een vriendje. Een ruige donder van vijftien jaren ouder. Het vriendje zat in de wereld van de dames van plezier. Hij wist van haar situatie en hij hielp haar bij haar vader vandaan. Alles beter dan daar. Hij zag haar wel zitten. Nog meer liggen. Geld. Een jonge meid die er vanaf zeer jonge leeftijd wel vanaf weet is goud waard in deze wereld. Ze hield zoveel van hem. Hij was zo anders. Zo zorgzaam ook. Ze hoefde niet vaak met mannen naar bed. Dat kreeg je als je het vriendinnetje van de ‘boss’ was. Dan kreeg je privileges.
Vader overlijdt
Na het afwerken van een klant hoorde ze dat haar vader, met wie ze al jaren geen contact meer had, onverwacht was overleden aan een hersenbloeding. De klant, een oude bekende van haar vader, hoorde het die dag. Voor hem reden genoeg om zich juist op deze dag te laten pijpen door het meisje dat hij nog kende van vroeger. Zij is dan eenentwintig jaar en bijna zeven jaar bij haar vriendje, correctie: pooier. Zijn dood komt vast van de stress, denkt ze. Omdat hij haar niet meer zag. Haar vriendje wuift haar gedachten weg. Of ze even naar de volgende klant gaat. In Marlies knapt iets. Ineens, na jaren van misbruik, uitbuiting en vernedering heeft ze een helder moment.
Aangifte
Ze zet het in haar lingerie met jas aan op een lopen. Richting het politiebureau Ze doet aangifte. In bijna drie uur tijd spuwt ze haar verhaal op het bureau. Ze verlinkt haar vriend en noemt de daden van haar zojuist overleden vader. Van haar negende jaar tot het moment dat ze van huis vertrok, op haar veertiende. Ze huilt tijdens de zitting op de tribune. Een vrouw met alleen maar verliezen. Vol leed. Een moeder die door haar geboorte depressief werd, geen vader gehad, geen kind hebben mogen zijn.
Koekje met gat
Ze deugde voor de seks. Voor de opvulling. Omdat ze nooit ‘nee’ zei. Omdat ze het gore gedrag vergoelijkte. Het ergens nog begreep ook. En nog. Nog voor haar pooier zijn eis te horen krijgt wordt er een kort moment geschorst. Ik zie kans en loop op haar af in de enorme hal, kleiner dan in Groningen. Ze heeft een matte glans in haar ogen. Haar mond is een spleet van zenuwen. Ze peutert wat aan haar nagels en kijkt onrustig. Of ik geen namen noem. In ieder geval niet de echte, beloof ik haar. Ik vraag haar of ze na al die jaren nog steeds een gevoel van schuld bij zich draagt.
Ik wilde iets waard zijn
“Ja”, zegt ze kordaat. “Op het moment dat mijn moeder overleed was ik hem al kwijt, mijn vader. Ik heb er voor mijn gevoel alles aan gedaan een goede dochter te zijn. Ik wilde alleen maar dat ik de moeite waard was. Toen ik verdrietig was om mijn moeder heb ik één grove fout gemaakt. Ik ben in mijn nachtjaponnetje bij hem op schoot gaan zitten. Had ik nooit moeten doen. Daar is alles mee begonnen.”
De liefde van een man
Ik knik en kijk naar haar. Ze draagt een pruikje, zegt ze. Om herkenning door ‘oude bekenden’ te voorkomen. Vooral die van haar pooier. Ze heeft jaren van therapie voor zich. Het zou niets uitmaken wat ik zou willen zeggen. “Ergens in mijn achterhoofd wist ik wel dat mijn vriend niet echt een vriend was, natuurlijk.” Ze vervolgt: “Ik weet niet beter dat wanneer een man lief voor je wil zijn, dat die liefde nooit via de maag gaat. Ik weet gewoon niet beter.”
Dit verhaal van mij verscheen eerder op The Post Online.
Foto: Siebrand Wiegman
Wat is het leven soms vreselijk oneerlijk….