Kinderen die nooit met een vreemde zouden meegaan, gaan zo maar wel mee. Ouderen die s’ avonds nooit voor onbekenden de deur zouden opendoen, doen zomaar de deur wel open. Mensen doen andere dingen dan men eigenlijk verwacht. De werkelijkheid is dus vaak anders.
De verkrachting van en de moord op Marianne Vaatstra is al dertien jaar onopgelost tot nu. Een aantal dingen zijn bekend. De dader zou goed voorbereid te werk zijn gegaan en heeft zijn prooi onverhoeds opgewacht en overvallen en haar vermoord. Gezien die werkwijze moest het wel iemand zijn uit het nabijgelegen asielzoekercentrum. Zo was het. Niet.
De geruchtmakende moord op de nog maar 16 jarige Marianne uit Zwaagwesteinde is een zaak die Friesland al jaren in zijn greep houdt en landelijk veel bekendheid kreeg. Het levenloze lichaam werd gevonden in een weiland langs een fietspad tussen Buitenpost en Veenklooster. Drie verschillende politieteams hebben sindsdien hun handen stuk geknepen op de zaak. Ook paragnosten, journalisten en amateurspeurders. Meer dan 800 DNA-profielen werden bekeken. De dader bleef helaas buiten beeld. Met nieuwe technieken blijkt het mogelijk via DNA alsnog de dader te pakken te krijgen.
Marianne Vaatstra.
Koninginnedag 1999. De 16-jarige Marianne gaat uit. Het uitgaansleven in de afgelegen dorpen speelt zich voornamelijk af in Kollum. Normaal gaat Marianne uit in Veenklooster maar deze avond spreekt ze met twee vrienden af. Rond één uur in de nacht springt ze achterop bij een van de vrienden. De drie fietsen naar Buitenpost, zo’n vijftien kilometer verderop waar een van haar vrienden woont. Marianne wil graag alleen naar huis fietsen. Haar vrienden willen dat niet maar Marianne dringt er op aan toch verder alleen te willen gaan. Ze zien haar voor het laatst. Het is nu kwart voor twee in de nacht.
De volgende ochtend, zaterdag 1 mei. Op een afstand van nog geen kilometer vanaf de plek waar Marianne afscheid nam vinden ongeruste vrienden haar in een greppel. Verkracht en gewurgd. Haar keel is doorgesneden.
Complottheorieën over asielzoekers en de (zelfs) landsbelangen die daarmee gepaard zouden gaan blijven hardnekkig de kop opsteken. Uitgebreid onderzoek naar twee verdachte asielzoekers volgt. Ook naar de Irakees die tijdens een ruzie met Marianne, een aantal weken voor de moord, een gebaar zou hebben gemaakt waarbij hij de keel van de Marianne zou doorsnijden. DNA wordt afgenomen. Geen match. Niet de moordenaar.
DNA speelt een cruciale rol, zo ook in de zaak Marianne Vaatstra. Het sperma waaruit een volwaardig profiel is gedistilleerd, is immers een onomstotelijk daderspoor. Van zeer groot belang in het onderzoek. Vanaf het prille begin in de moordzaak. Net op het moment dat iedereen denkt dat er niets meer met de ‘zaak’ gebeurd wordt er in 2007 een nieuw team opgesteld, het 3D-team. Een embargoteam, dat in alle rust kan werken en de moord opnieuw onder de loep neemt. Wat heeft er zich die nacht afgespeeld? Kan de moordenaar van Marianne toch nog worden opgespoord? Foto’s worden digitaal verbeterd, verklaringen minutieus herlezen en forensisch specialisten uit heel Europa geconsulteerd. Er wordt niet over een nacht ijs gegaan. Er ontstaat een nieuw beeld over wat er zich die nacht kan hebben afgespeeld. Marianne is vrijwel naakt aangetroffen, bij haar hoofd ligt haar tas, aan de andere kant in het gras ligt haar losgesneden slip, haar bh geknoopt om haar hals en haar kapotgesneden T-shirt tot haar oksels omhoog geschoven. Deze volgorde is erg belangrijk in het onderzoek. Uit onderzoek komt o.a. het volgende naar voren: Marianne is snel uitgeschakeld geweest. Kleine wondjes op haar been hebben te maken met het wegsnijden of los snijden van het ondergoed. Bij die wondjes is zeer weinig bloed vrijgekomen, wat een teken kan zijn dat ze al niet meer leefde toen dit gebeurde. Het moordwapen zou niet het mes zijn maar haar eigen bh. Er kan sprake zijn van een verwurging. Bij eerdere scenario’s zou Marianne door iemand op rovers pad zijn vastgegrepen. Nu wordt duidelijk dat de dader gebruik heeft gemaakt van middelen die voorhanden waren. Meer een gelegenheidsdader. Met een zakmes op pad, dat wel, maar hij is niet in het bezit geweest van een koffer met allerlei spullen.
Een politiefoto wijst uit dat er twee sporen in het weiland lopen naar de plek des onheils en één spoor terug. Een verkrachter die aan de kant van de weg op zijn slachtoffer staat te wachten blijkt niet te kunnen kloppen, dat maakt het minder aannemelijk dat ze is overrompeld. Geen sporen van een worsteling. Niets wijst er op dat Marianne van haar fiets is getrokken.
Opvallend is wel dat Marianne op een andere plaats uitgaat dan ze normaal doet. Normaal gaat ze altijd naar Veenklooster. Bij het station in Buitenpost stelen zij en haar vrienden een fiets zodat Marian verder kan gaan. Wilde ze toch nog even op dit tijdstip langs haar vriendinnen in een discotheek in Veenklooster gaan of had ze misschien een afspraakje en werd haar dit fataal? Ze had geen mobiele telefoon en de locatie is niet bepaald een voor de hand liggende plek. Was het een toevallige ontmoeting? Of toch afgesproken? Marianne is mogelijk vrijwillig met haar moordenaar het weiland ingelopen. Een gelegenheidsdader, die ondoordacht te werk is gegaan en op een gegeven moment door het lint is gegaan. De dader heeft geen sporen gewist en heeft haar open en bloot laten liggen op de plaats delict, zonder haar te bedekken of te verstoppen om de ontdekking van de moord uit te stellen. Wat er op wijst dat de dader zo snel mogelijk de plaats heeft willen verlaten. Dit alles wijst op ongeorganiseerd handelen en schrik van zijn eigen gruweldaad. De sporen wijzen meer op een situatie die vrijwillig begon maar die eindigde in dit drama. Een groot aantal dadersporen schoenafdruk in de greppel, de dader heeft niets gedaan om dit te verbloemen. En dan de fiets van Marianne. Deze stond netjes in de greppel geparkeerd. Iemand die langskwam zou de fiets niet kunnen zien. De netjes geparkeerde fiets zou er op kunnen duiden dat er een ‘normale’ ontmoeting plaats had. Anderhalve meter van de fiets van Marianne, vindt de recherche een spoor van een trapper van een fiets. Daar heeft de fiets gestaan van de dader, zo denkt de recherche. De moordenaar was dus op de fiets. Wederom een bevestiging dat de dader in de buurt woonachtig zou kunnen zijn. Twee fietsen op keurig wijze in een greppel gezet duidt op wederom een normale ontmoeting. Niet alleen theorie maar ook de overtuiging van de vondst van een aansteker in Marianne ’s tas wijst er op dat ze haar moordenaar moet hebben gekend. Marianne rookte maar niemand zag haar ooit met een aansteker met een Playboy-logo. Deze vindt men in haar tas. Een minuscuul klein haartje in het mechanisme van de aansteker matcht met het sperma wat werd gevonden op Marianne’s lichaam. Heeft Marianne haar moordenaar eerder ontmoet? Hoe kwam de aansteker in haar tas? Heeft ze haar moordenaar eerder op die avond gezien? Is hij haar gevolgd naar de Keningswei, de plaats delict? Verkeersbewegings-analyse laat zien dat het rond het tijdstip nog best druk was langs de wegen. Heeft niemand gezien dat ze is meegegaan naar het weiland nadat fietsen werden geplaatst in een greppel?
Recherche komt met interessante aanwijzingen. Marianne zou zomaar een bekende zijn tegengekomen. Midden in de nacht. In het donker. Toeval of vooraf afgesproken. De dader alleen weet of dit klopt.
Er van uitgaande dat de snijwond in haar hals pas na haar bewustzijnsverlies is toegebracht en de kleine, schone wondjes (clean) zouden er op kunnen duiden dat ze buiten bewustzijn was. De verklaring van het doden van het slachtoffer zou kunnen zijn, dat Marianne de dader zou kunnen identificeren. Het kan een vriend van een kennis zijn geweest of iemand die naar dezelfde discotheek ging. Het zou een overrompeling kunnen zijn maar ook een afgesproken ontmoeting. Of zelfs toeval. In ieder geval lijkt het een bekende van Marianne te zijn geweest. Hij moet haar tenminste van gezicht kennen. Het is iemand geweest waarvoor ze is gestopt. De dader moet dichtbij worden gezocht. Misschien wel heel dichtbij…
“Ga ik wel of ga ik niet mijn dna afgeven.” Duizenden mannen hadden de keuze, de verdachte van de moord op Marianne, woonachtig in het nabij gelegen Oudwoude, had de keuze ook. Vrijwillig naar de grote sporthal gaan zou kunnen betekenen dat hij zichzelf zou verlinken of een familielid. Niets inleveren zou hem verdacht maken en wie weet, wilde hij nu wel eens van het geheim af wat hij jarenlang stil bij zich droeg. Werd het hem te heet onder zijn voeten? Of was er voor hem nu toch geen ontkomen meer aan. De man uit de kerkelijke gemeenschap. De goede, behulpzame buur. De harde werker. Ooit alleen voor joyriding ‘gepakt’. Verdere gewoon een rustige veeboer. Onbegrijpelijk voor omwonenden en dorpelingen die de familie van S. willen bijstaan in de geruchten en de roddels. De vrouw van S. zou er van hebben geweten, S. zou het niet alleen hebben gedaan et cetera, et cetera. Argwaan en angst heerst. Stel dat boer S. nu net degene is bij wie het DNA- monster een foutieve code heeft en gewoon kan terugkeren naar zijn inmiddels op het internet door o.a. luchtfoto’s bekend staande huis. 100% dna-match houdt geen bekentenis in, al lijkt het dat de verdachte reeds dader is en de rechter enkel nog een uitspraak hoeft te doen. Bovendien worden er overal fouten gemaakt, ook met codes van dna- monsters immers.
De boerderij van de verdachte ligt zo’n 2,5 kilometer hemelsbreed van de vindplaats van Marianne, tientallen meters van de doorgaande weg. In Oudwoude. Mocht ze hebben gegild dan heeft niemand haar gehoord. Nog steeds weet niemand wat er precies die nacht is gebeurd met haar. Waarom ze het weiland in is gelopen, vrijwillig of gedwongen. Al dan niet met een bekende. Al dan niet met de toen 31-jarige man die nu verdachte is in deze zaak.
Verdachte. Nog steeds geen dader.
Met dank aan: Peter r. de Vries en persvoorlichting friesland.
Foto: Foter, rechtenvrije foto’s.
Pingback: Jasper S. langer vast | Karin Smalbil