De hel en de gekkies
Het is een maandje of drie geleden. Gerechtshof Den Bosch. Grote toko. Ik loop daar zelf. Voor een zaak. Ik mag mij samen met een collega gaan melden en mijn verhaaltje gaan doen. Ik ken het verhaaltje inmiddels uit mijn hoofd. Ik heb meer dan zeven uren op bureaus aangiftes zitten doen. Ik heb het ongeveer drie keer moeten mailen naar Den Bosch. Ik heb ongeveer vijftig keer moeten bellen en ik mag nu eindelijk de rechters en de advocaat generaal in de ogen kijken. Hoezee. Hoe groot de blijdschap.
Smaad
Ik deug namelijk niet en als ik zo in mijn mailbox kijk deug ik meer dan twee jaar niet. Ik heb mijn stalker verzocht mij niet meer te benaderen en sindsdien moet ik dood. Ik ben heel erg fout namelijk. Mijn stalker is aan de beurt, volgens de rechter. Zij mag mij niet benaderen of noemen of lastig vallen en mijn collegae ook niet. Zij moet worden gehoord. Wij hoeven niet ‘bang’ te zijn dat we haar in hal van het enorme gebouw tegen komen. Zij mag later haar zaakje op tafel kwakken. De rechters luisteren geïnteresseerd. Er wordt naar mijn dossiers vol met ontvangen smaad en laster gewezen. “Het is me een dossier, mevrouw.” zegt de rechter. “Hoe lang bent u al slachtoffer van deze persoon? Want dat moet enorm vervelend zijn.”
Vervelend
De Advocaat Generaal knikt wanneer ik vertel dat deze persoon werkelijk alles op internet gooit, zelfs na een het haar opgelegde verbod om mij op welke manier dan ook te benaderen. Zij overtreedt de voorwaarde van twee jaar. Nu is mij wel helder dat je beter iemand kunt doodsteken in dit land. Dan krijg je na de rechtszaak normaliter de uitspraak over een week of twee. Dat is in deze stinkende zaak wel anders. Mevrouw moet namelijk nog worden onderzocht en dat is even een puntje want ze is uiterst bedreven in het doen alsof ze zwaar paranoïde is en dus het slachtoffer.
Voor het einde van het jaar (2013)
De brede, wat dikkige rechter zegt dat het onderzoek een maandje in beslag neemt. Ze moet worden opgeroepen, duurt ook een maandje en –vinger in de lucht- dan moet alles nog naar Breda. Vóór de uitspraak al daar is, “Rekent u op het einde van het jaar (2013). Sterkte mevrouw.” De Bossche bol in het restaurant gaat er lekker in. Mijn collega en ik nemen alles nog even door. Het is duidelijk dat Den Bosch genoeg van haar heeft. Wij hebben genoeg van de werkwijze rondom het starten van deze zaak. Het is een kwestie van afwachten.
Dood of opgesloten
Ondertussen nadert de kerst. Collega belt naar Den Bosch want het kan toch niet de bedoeling zijn dat een stalker maanden moet wachten op het krijgen van de straf? Ondertussen grijp ze via allerlei media elke kans opdrachtgevers te bellen, valse informatie te verstrekken, te stalken. En dat mag niet. Zij heeft een proeftijd. Nu weet ik dat je van een stalker amper af komt. Ze moeten al doodgaan of opgesloten worden. Dat geldt ook voor deze. Eerder is er geen einde.
De kinderen
Ik schreef al eens eerder dat ik niet bang ben voor een complotje. Ik kom voor een goede discussie om drie uur in de nacht mijn nest uit en ik lach als ik op eerste kerstdag mijn naam voor de honderdduizendste keer genoemd zie worden op Twitter met haar ‘latest’ account. De zoveelste die ze om de paar dagen afsluit. Uit angst voor ontdekking. Ik ben niet bang voor dreigbrieven onder mijn ruitenwissers of voor een smerige achtervolging. Wat ze beter wel laat is het noemen van mijn kinderen. En dat doet ze. Iets met rapen en gaar. En daarvoor heb je dus Den Bosch. Dan maar hogerop. Hét Gerechtshof. Hét adres waar men wel raad weet met straffen. Het gebouw waar de rechters maanden lang doen over een uitspraak.
Weerstand
Bied je weerstand tegen stalkers, dan betekent dat voor deze gekken alleen maar een vorm van hun gelijk. Zwijg je, dan ben je uit op tegenspraak. Deze ‘burgers’ kunnen veilig van achter hun toetsenbordje met een diepvriespizza op schoot ordinaire kroegtaal uitslaan. Nooit gecensureerd. Vol van haat. Vol van frustratie. Op de lagere school deden ze dit al en later in de kroeg. Onzinnig en grof. Met gebalde vuisten hopend op aanhang.
De haat op zijn plek
De mensen die voor deze haat gevoelig zijn, vaak een erg klein publiek, wakkeren aan en dempen. Vullen op en laten los. Zij die toch graag mee wilden doen aan kritiek om vervolgens snel weg te kruipen bij erger. Ze dragen bij aan de haat die je als schrijver, journalist over je heen krijgt. Anoniem. Dat is veiliger.
Medelijden
Eerste kerstdag. Ineens voelde ik een vorm van medelijden met deze persoon. Ik zag haar zitten in haar bittere, koude huis eenzaam en alleen Twitter volgooien met bagger over de journalisten waar ze ongenuanceerd, grof en onzinnig, kwetsend en volslagen idioot haar gefrustreerde gal spuwt. Medelijden met iemand die nergens te eten wordt gevraagd omdat iedereen de smaak verliest. Medelijden met de gefrustreerde, omdat ze niet weet wat ze zich op de hals haalt met haar bedreigingen. Ik dacht even: Joh, dan is het eerste kerstdag en dan zit jij, gezien de plaatsingen van je berichten, werkelijk de hele dag alleen maar haat te twitteren.
Op internet. Want alleen daar heb je een thuis.
Foto: J.B. Smalbil.
*Dit verhaal van mij verscheen eerder op The Post Online.