Misdaad is een monster. Zodra je de krant leest of sites bekijkt wil je je sloten controleren en vervangen want het is een en al inbraak. Regionale kranten wekken de indruk dat je de straat niet meer op kunt zonder mishandeld of overvallen te worden en bij de landelijke kranten voeren terreur en forse misdaden de boventoon.
Jaarlijks wordt meer dan een kwart van de bevolking boven de vijftien jaar slachtoffer van een of meer delicten. In 2010 werden er bij het CBS zo’n 1.4 miljoen delicten geregistreerd door de politie. Daarvan werden ongeveer 280.000 zaken opgehelderd. De helft daarvan geseponeerd of afgedaan via schikkingen, taakstraffen. Dan blijven er dus zaken over. Meer dan 150.000. In de meeste gevallen kwamen die zaken tot een veroordeling.
Criminaliteit is groot. Een groot verschijnsel. Ik stip even de moord aan op Theo van Gogh, vandaag acht jaar geleden, de Facebookmoord, de moord in Baflo, ProjectX Haren. Maar ook noem ik het kleine berichtje op de site over de steeds gewelddadiger straatroofbendes. De gevolgen van die misdrijven zijn ingrijpend. Naast het lichamelijke letsel, soms zelfs met dodelijke afloop, en materiele schade zijn er de persoonlijke trauma’s die niet of nauwelijks weggaan. Criminaliteit. Politie, justitie maar zeker media hebben er hun handen vol aan en hun buik soms van vol.
De afgelopen jaren lag in de media veel nadruk op terreurbestrijding. Sinds de moord op Theo van Gogh en de bedreiging van enkele politici is de antiterreurwetgeving niet meer weg te denken en de aandacht blijft gevestigd op processen tegen verdachten. Alsof dat nog niet genoeg is krijgen we verhalen over eerwraak, schoolgeweld, pesten tot de dood er op volgt, kindermishandeling, stalking, ‘viaductmoorden’ en fraude.
Waar ligt de grens van wat de media moet melden en waar –vooral- ligt de grens van wat een lezer per dag kan verhapstukken aan diefstal, mishandeling, moord en dreiging? Hoe pak je dat aan? De grote zaken, daar is in de media genoeg echte aandacht voor om ontwikkelingen in de gaten te houden. Dat gaat meestal goed. Het is de geringe aandacht voor de kleinere, alledaagse misdaad en de gevolgen voor dorp of stad, daar is genoeg in te verslaan. Dat moet geen afbreuk doen aan zichtbaarheid van criminaliteit en aan openbaarheid van rechtspraak.
Dat moet worden gelezen. Dit om te laten zien dat de bewoners van de stad of het dorp echt weten wat er speelt en hoe het wordt afgehandeld in de zittingszaal nadat hun tuin is vernield, hun kleindochter is gegrepen door de vent die al maanden stalkte en hun baas een fikse fraudeur blijkt.
De rechtbank. Het eindstation van de verbeelding dat de wereld leuk is, er alleen bloemenmarkten zijn en geen dief op straat, je je ramen kunt openlaten en nooit wordt afgeperst. Je als oude dame van tachtig jaar je boodschap gewoon kunt halen zonder in elkaar geslagen te worden omdat je je vijftig eurootjes niet afgeeft. Het verhaal moet verteld. Voornamelijk omdat de criminele wereld ver weg lijkt. Dat denkt men. Maar volgende week schrijf ik uit de zittingszaal over verkrachting en mensenhandel. En moord. En mocht u denken dat het zo dichtbij allemaal niet is? Het verhaal van die pedofiel? Hij woont bij u in de straat…
* Mijn rechtbankverslagen zijn gebaseerd op de werkelijke gebeurtenissen en feiten genoemd in de rechtbank. De namen van slachtoffers, verdachten en daders zijn gefingeerd. Soms ook woonplaatsen, uit veiligheidsoverwegingen voor betrokkenen, slachtoffers en (misdaad)journalisten.