De grote winnaar
Het is vandaag dé dag. In augustus van het vorig jaar was je hier ook in de rechtbank maar vandaag komt het er op aan. In de maanden die zijn verstreken zijn getuigen gehoord. De moeder van je dochter, je dochter zelf. En jij ook. Het gaat om mishandeling van je dochter en dat moet je – jij kan dat- flink verdedigen. Je dochter liegt namelijk. Vind jij. En je vrouw. En een handjevol kennissen. Ze liegt over een blauw oog, een plek op haar armen en benen en helemaal over het uit bed sleuren waarvan je ook beticht wordt. Over het slaan en schoppen ook. Dat je te boek staat als driftige mannetje met een uiterst kort lontje in het dorp waar je woont en in de verre omstreken daarbuiten en zelfs al een taakstraf hebt moeten uitvoeren wegens mishandeling van een volwassen man, dat is natuurlijk allemaal per ongeluk gekomen. En voor we het vergeten; het is altijd de schuld van een ander, nooit die van jou. Is ook zo. En daarom sta je hier. Terecht.
fanclub
Je hebt vandaag je fanclub weer mee, net als vorig jaar. Je vrouw, wat droge kennissen zonder echte kennis van zaken en jijzelf als captain of arms vooraan in het bankje. Je dochter wilde niet komen want ze kan je niet meer zien. Ze kán eenvoudigweg niet meer. Maar haar moeder is hier wel. Daar lig jij als vader niet wakker van. Het gaat er bij jou niet om wie er is. Het draait vandaag om iets heel ergs. Winnen. Over de nek van. Winnen. De officier van justitie komt met messcherpe vragen, je advocaat weerlegt feiten, de griffier tikt. Er valt niet zoveel te eisen voor het Openbaar Ministerie want waar zijn de getuigen van de werkelijke voorvallen? En dan zijn we aanbeland op een punt waarvan ik zo vaak denk; natuurlijk zijn er bij dit soort stiekeme mishandelingen, knijpen, slaan en schoppen, uit bed sleuren en vernederen vrijwel nooit getuigen. Het is net als met misbruik. Dat doe je als kerel niet overdag in de supermarkt met je dochter. Dat doe je in het geniep. Die blauwe plek en dat blauwe oog? Dochter zat destijds toch op voetbal? Dat heeft iets met uitgekookt te maken. En doortrapt. Of – en dat kan ook- je hebt het gewoon echt niet gedaan. In de verre omstreken van het dorp waar jij woont tot aan de rand van Schiermonnikoog weet men wel beter. Ter zitting zeg je nog dat het misschien beter is om te gaan verhuizen. Dochter en jij hebben toch al zo lang geen contact meer, wat doe je nog dáár.
Getuigen
Moeder mag haar verklaring voorlezen in de zittingszaal nog voor de rechter uitspraak doet. “Slachtoffers worden daders en daders worden slachtoffers.”, is haar betoog. En dat klopt als een bus want wie krijgt hier nou de meeste aandacht? Degene die het niet verdient. De rechter spreekt uit. Er is geen bewijs dat een en ander niet is gebeurd maar er waren geen getuigen bij dus kortweg is er ook niet voldoende wettig en overtuigend bewijs dat een en ander wél is gebeurd. De rechter spreekt de verdachte –want dat ben je – vrij van alles wat hem ten laste is gelegd. Daar sta je dan als moeder. Met alle zekerheden en alle verhalen in je hoofd. De gesprekken met je dochter gieren door je gedachten. In een flits zie je haar huilen op haar kamer, luisterend naar muziek. Je ziet haar als klein meisje op je arm met haar favoriete speelgoed. Je denkt aan de avonden dat je het er met je man over had. De slapeloze nachten. De enorme strijd die is geleverd om zover te komen dat je dochters vader hier nu staat. Je ziet haar met haar armpjes om je heen en je weet nog hoe je voelde dat je haar altijd zou beschermen tegen boze mensen. Vrijspraak. Dit voelt voor jou als moeder als de meest oneerlijke regel uit een horrorscenario. Van binnen kook je. Dit nieuws moet je na de zitting je dochter gaan brengen. Je kijkt naar links en ziet daar de man staan die vandaag terecht staat wegens verdenking van mishandeling van je dochter. Vrijspraak. De fanclub staat op en juicht. Niet echt hard maar hard genoeg om de advocaat te laten sussen; ’Is dit nu nodig?’ Je juicht als vader niet echt mee. We hebben weer dat uitgekookte. Het net weer wél weten wat je in het openbaar niet doet. Daar sta je dan als vader. Hartstikke gewonnen van je dochter van 15. Wow. Wat ben je blij! Dat wordt natuurlijk gebak halen vanmiddag want winnen van je dochter als vent van 52 jaar is natuurlijk een opsteker waard en dat moet groots worden gevierd met drie kennissen waarvan één je vrouw is. Het is eenzaam als je aan de top staat en wint. Het zijn korte, oneerlijke minuten van faam en naam.
Echte winst
De echte winnaar is hier niet op de zitting aanwezig. Zij -15 jaar- zit stil op haar kamer te wachten. Muziekje erbij, hond tegen zich aan. Ze wacht geduldig op een belletje van haar moeder. Welke straf zal hij krijgen. Een werkstraf of een celstraf misschien? Een voorwaardelijke? Een contactverbod? Vrijspraak… Vrijspraak krijgen alleen dochters die zich jarenlang stilhielden, zichzelf in alle kronkels werkten om in het hoofd een plek te krijgen waar met deze mishandelingen heen te moeten. En toen was daar de dag dat er werk van werd gemaakt. Vrijspraak. Dochter van 15 is hier de grote winnaar. En zij is echt vrij. Vrij van jou. Van je handen, van je leugens. En misschien binnenkort wel vrij van het huis waar jij ooit woonde. Die ‘winst’, papa, heb je toch maar mooi in je zak.
*Alle rechten waaronder de auteursrechten berusten bij Karin Smalbil.
Het is niet toegestaan om zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van mij columns, verhalen en html-codes daaronder begrepen via electronische en gedrukte media of op welke andere wijze ook, op te slaan en/of te verspreiden.
Foto: J.B. Smalbil (C)