Een boomlange vent verschijnt in de zittingszaal, Renéé.
Renéé staat voor het ‘hekje’, omdat hij wordt verdacht van zes brute, gewelddadige straatroven waarbij hij een vuurwapen heeft gebruikt. Deze overvallen met afpersing, pleegt hij in augustus 2010 en in de eerste vier maanden van dit jaar.
Zo heeft hij tegen een vrouwelijk slachtoffer geschreeuwd: “Ik schiet je hartstikke dood” en bij een andere straatroof, voorzien van een grijze panty op zijn hoofd zijn kansloze prooi van haar spullen ontdaan door uit een kinderzitje van zijn gestolen fiets een pistool te halen en deze, op niet mis te verstane wijze, tegen de slaap van de angstige vrouw te houden, met de woorden: ” Je geld, schiet op, alles!!”.
Bij een ander slachtoffer ging hij op dezelfde wijze tekeer. Wachtend om de hoek pakte hij zijn kans en greep de zich kapot geschrokken man bij zijn nek om zo de buit af te dwingen. Ook onder bedreiging van een wapen. De andere berovingen gaan op een soortgelijke manier. Het gaat om geld, mobiele telefoons, portemonnees, alles wat maar geld op levert. Ook steelt hij een brommer.
Al deze berovingen zijn afschuwelijk voor de slachtoffers. De vrouw die is beroofd durft nu na maanden nog niet van haar werk naar huis te fietsen en angst geldt ook voor de andere slachtoffers. Wat deze man heeft veroorzaakt in deze levens, mag enige naam hebben. De slachtoffers claimen in totaal een som van 5.000 euro.
Renéé wordt opgepakt doordat hij zijn eigen sim-kaart in één van de verkregen mobiele telefoons heeft geplaatst. Op het politiebureau doet hij een zéér uitgebreide verklaring, waarbij hij nóg twee, tot nu toe niet opgeloste straatroven, bekent.
“Klopt dat?”, vraagt de rechter. “Ja, alles klopt”, zegt Renéé.
De zittingszaal valt even stil.
Renéé geeft alles toe. Bekent alles. Van de bedreiging tot aan het schreeuwen van de woorden: ’ik schiet je dood’, van het pistool tot aan het opwachten en afpersen met geweld, Renéé bekent. Ook zegt hij dat hij soms wel drie dagen wakker was door gebruik van harddrugs en daardoor met dagen wat in de war is maar dat alles verder klopt. Op elke vraag die door de rechter wordt gesteld antwoordt hij instemmend. Hoe groot de gevolgen ook voor Renéé kunnen zijn, hij geeft alles toe. ”Ik snap niets meer van mezelf”, zegt hij. “Ik wil schoon schip maken”. Oprecht overtuigt.
In het reclasseringsrapport staan de volgende termen: verminderd toerekeningsvatbaar, impulsief, scheefgroei in de loop der jaren, onder invloed van drugs, opportunistisch, hedonistisch, ADHD, agressie-problematiek, behandeling met hoog beveiligingsniveau noodzakelijk, narcisme, geen inlevingsvermogen.
Renéé is al sinds jong wees. Hij oogt wat kwetsbaar als zijn raadsman dit noemt. Elke straf wil hij ondergaan, ook een klinische behandeling. Die combinatie, straf maar ook een passende behandeling, zou voor Renéé kunnen werken, zegt zijn raadsman.
Renéé geeft ook in zijn antwoord aan de rechter te kennen dat hij dat graag wil, en ook alles wil ondergaan. “Dit gaat gewoon niet verder, zo”. Renéé wil écht. Hij wil ooit normaal leven. Bekennen en zijn straf ondergaan.
Omdat de veelheid aan feiten geen ruimte laat voor een voorwaardelijke straf en er aan de horizon de TBS-maatregel gloort voor Renéé , zo zegt de officier, eist ze een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek van voorarrest, met start van de behandeling.
De rechter kijkt naar Renéé. De zaal is stil. Het laatste woord is aan Renéé zelf.
“Ik heb spijt. Echt spijt. Van alles”.
Uitspraak: Renéé krijgt de voorgeschotelde 6 jaar.