Maandag 31-10-2011.
Het is vrij laat om te beginnen en het wachten is even op de advocaat van de verdachte.
De bode maakt een geërgerde indruk maar zittingszaal 14 gaat open. Na het binnenroepen en na het karige publiek respectvol opstaan en zitten kan de zaak beginnen.
Drie rechters nemen plaats, een officier van Justitie en een griffier.
De voorzittende rechter is een grijs en wijs man, zo oogt hij. Vriendelijk, open en geduldig kijkt hij de zaal in.
Mijn plaats is naast een schrijver en een rechtbankverslaggever en ik kijk de zaal rond. Ietwat opgelaten wacht ik af wie er vandaag verdachte is en vooral: waarvoor.
Hij wordt binnengebracht door twee mensen van de parketpolitie en zij nemen plaats. Omdat ‘hij’ een Libiër is en de Nederlandse taal niet machtig is, zit naast hem een tolk. Ik weet uit ervaring dat dit -door vertalingen- een lange zit gaat worden.
Ik noem hem Abe.
Abe is een klein van stuk. Maakt een vermoeide indruk en wrijft zich vaak langs zijn hoofd, alsof hij hoofdpijn heeft of zich erge zorgen maakt.
Abe kwam in 2004 naar Nederland en wil over de reden van zijn vlucht uit Libië niet praten, laat hij zijn tolk weten.
Vandaag zit hij in de rechtbank. Hem wordt verweten: zware mishandeling. Twee keer binnen één week tijd.
Delfzijl,AZC.
De eerste poging op 22 Juli 2011 en de tweede poging op 25 Juli 2011. Hij krijgt ruzie met een op dezelfde unit woonachtige man. Een Chinees. De Chinese man had uit het niets geroepen: “Fuck je moeder”, en daardoor waren bij Abe onmiddellijk de stoppen doorgeslagen. Hij zou de Chinees vijftien keer hebben geslagen en wel van de trap af. Halverwege de trap komt de Chinese man tot stilstand en wordt onmiddellijk gegrepen door Abe, in een soort van houdgreep, die hem vervolgens mee de trap op sleurt waarna Abe de man met zijn hoofd tot twee keer toe tegen de balustrade slaat.
Dit wordt echter gezien door een medewerkster woonbegeleiding van het COA en zij waarschuwt vervolgens twee mannen die het tweetal uit elkaar haalt.
Dit is ook verklaard door één van de mannen. Abe wordt opgepakt en naar het politiebureau gebracht en wordt daar verhoord en drie dagen opgesloten en vervolgens overgebracht naar een psychiatrische inrichting.
Na onderzoek kan hij weer vertrekken en klopt bij het AZC in Delfzijl aan. Maar daar is hij niet meer welkom en dat vertelt de bewaker hem aldaar. Hij heeft immers een ondertekend papier gekregen waarop staat dat hij daar niet meer mag komen.
Abe zegt dat hij dat niet heeft, dat papier.
Abe krijgt ruzie met de bewaker en slaat hem in het gezicht en schopt zijn collega tegen het been omdat de bewakers niet naar zijn kamer willen gaan om Abe’s persoonlijke spullen te halen. Hij slaat één bewaker op zijn oog. Het oogwit is rood en zijn ooglid later blauw.
Dit alles gebeurt in Abe’s proeftijd want hij heeft al een paar mishandelingen staan.
De Officier van Justitie eist dan ook onmiddellijk het bedrag van 250,- euro die samenhangt met zijn proeftijd.
Maar Abe heeft geen geld en wrijft zich over het hoofd. Zijn tolk, die hem geduldig aan blijft kijken en Abe maant de rechter aan te kijken als hij antwoordt, blijft uitermate goed zijn best doen om Abe aan het praten te krijgen.
Abe’s verblijfsvergunning is reeds twee keer geweigerd.
De rechter vraagt en herhaalt en vraagt en herhaalt en praat langzaam om de tolk goed te kunnen laten vertalen. De bewaker wil een excuus, de Chinese man wil smartengeld,280,-euro.
Abe wordt overgeplaatst naar de penintiare inrichting in Maastricht en eindigt daar, na een kopstoot uitgedeeld te hebben bij een andere bezoeker, in de isoleercel.
Hij wordt psychiatrisch onderzocht.
Abe vertoont volgens psychiater één een psychotisch beeld en krijgt onder dwang medicatie, ook nu nog.
Hij wordt nogmaals onderzocht door een andere psychiater en die vindt niet dat Abe hallincunaties of wanen heeft, wel een aanwijzing voor verslavingsproblematiek maar hiervan is geen rapport.
De Officier van Justitie wilde graag een rapport van de reclassering maar deze is door ziekte bij de reclassering niet ingevuld. Wat haar bevreemd is dat Abe bij de politie alles in het Nederlands heeft verklaard en nu een tolk nodig heeft. Wat we vervolgens mogen vergeten.
Ze eist 8 maanden gevangenisstraf met één maand voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar.
De 280,- euro voor de Chinese man vindt ze een reëel bedrag aan schadevergoeding. Abe heeft in Amsterdam immers al een veroordeling gehad. Dit ziet er voor Abe niet goed uit. Zijn raadsman pakt na wat slordig gerommel wat papieren uit zijn tas en begint aan Abe’s verdediging.
Abe heeft de Chinees niet geslagen en ook niet met zijn hoofd tegen de balustrade gegooid. Hij vond wel dat de vis die de Chinese man kookte, stonk en toen de Chinees hem daarop aanviel, was het pure verdediging geweest. Abe handelde uit noodweer. De tolk vertaalt en Abe knikt.
Ook had hij de politieagent niet geslagen, zij hadden hém juist geslagen en ook de bewakers. Zij hadden hem geslagen, in plaats van andersom. De tolk vertaalt en Abe knikt. Ja,het was andersom geweest.
Abe kijkt niet naar de rechters, niet naar de officier van justitie en niet naar zijn tolk, die hem elke seconde aankijkt als hij hem iets vraagt. Hij buigt wat voorover en wrijft over zijn hoofd.
Volgens de raadsman was er geen sprake van opzet in het toebrengen van letsel, er was geen vooropgezet plan en Abe handelde uit noodweer en daarom vraagt hij om onmiddellijke invrijheidsstelling van Abe en een halvering van de geëiste straf.
Na een kort beraad wordt de onmiddellijke invrijheidsstelling afgewezen. Abe mag nog iets zeggen van de rechter maar dat wil hij niet laat hij via zijn tolk weten.
Of Abe ook bij de uitspraak wil zijn, vraagt de rechter geduldig,maar ook dat wil hij niet. Zijn tolk zegt wat schamper dat Abe zijn raadsman wel belt.
Uitspraak op 14 November.
Uitspraak: Abe krijgt conform de eis 8 maanden gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Ook moet wordt de schadevergoedingsmaatregel toegepast: hij moet betalen aan de Chinees; 250, 00 euro.