Winter 2010.
Er stopte een grote, bruine jeep aan de waterkant voor het huis van Roos. Roos wachtte tot ze Anne zag uitstappen. Een autodeur zwaaide open. Eindelijk was ze er.
Het was duidelijk een urenlange rit geweest maar dat was niet de enige reden waarom de vermoeidheid op het gezicht van Anne te zien was. Zorgelijk liep ze op Roos af, die bij het tuinhek wachtte. Dichterbij gekomen viel Roos’ oog op een grote koffer en zag ze tranen langs Anne’s wangen. Ze strekte haar armen uit en greep haar vast. De sneeuw dwarrelde in grote vlokken op de grond. Dit werd een andere kerst. Ze hadden elkaar al zo lang niet gezien. Minutenlang stonden ze aan de zijkant van het huis. Snikkend van blijdschap en verdriet en van spanning. In het huis was het warm. Er werd eerst maar eens een fijn glas wijn geschonken. Samen dronken ze op verbetering, voorspoed en een toekomst zonder de hel waar Anne uit was gevlucht. Roos’ aanwijzingen klonken bijna als een bevel: zitten, een slok en praten. En vooral eten. Daar had het Anne aan ontbroken. De pan met soep stond te pruttelen op het fornuis. Stokbrood werd gebroken en tranen werden gedroogd. Roos keek goed naar haar vriendin die ze al meer dan 30 jaren kende. Haar gezichtsuitdrukking was vlak. Met het uiterlijk en het lijf van een mannequin was het nog steeds een plaatje om te zien. Vroeger maakte ze van een jutezak een modieus kledingstuk en studeerde aan de modeacademie. Hoe was het mogelijk: zelfs in de grootste ellende was ze tot in de puntjes gekleed.
Er was niets veranderd aan de gracieuze bewegingen, noch aan haar gulle lach. Haar rookgedrag was wel veranderd; ze stak de ene sigaret op met de andere. Ze maakte een gehaaste indruk. Tussen de huilbuien door zei Anne: ”Het is voorbij, ik heb mijzelf gered. Op de vlucht geslagen in een auto die niet van mij is. Ik moet opnieuw beginnen. Kan ik hier een tijdje blijven?”. Daar hoefde Roos niet over na te denken. De logeerkamer was klaar voor gebruik en Roos had haar kinderen al ingelicht dat tante Anne kwam en wellicht niet eerder weer vertrok voordat er een huis voor haar was gevonden. Roos’ kinderen wisten dat het altijd feest was wanneer er iemand kwam logeren. Er was eten en drinken in overvloed en niets was haar teveel om haar gasten op hun gemak te stellen met persoonlijke aandacht en het creëren van een warme sfeer.
Haar kinderen lagen laat in bed die avond. Anne’s kinderen sliepen bij opa en oma. De nacht naderde. De eerste nacht waarin ze geen reden had om bang te zijn en ze zich veilig kon voelen. Roos zag haar echter af en toe naar buiten kijken en dacht: “Ze is doodsbang”. Ze voelde zich ook wat onbehaaglijk. Het leek alsof er iemand langs het huis liep. Verbeelde ze zich dit? Opgeslokt door de beangstigende verhalen leek ze wel een puber die snel bang te krijgen was. Ze had hem altijd een engerd gevonden. Ze wuifde de gedachte weg.
Anne leek nog niet te beseffen dat het voorbij was. “Ik moet er aan wennen dat ik hier gewoon kan zitten zonder me af te vragen in welke bui hij terugkomt. Hoe onveilig hebben de kinderen zich gevoeld.” Ze praatte aan één stuk door over de man die de afgelopen twee jaren haar leven had bepaald. Over haar vertrek naar een verre provincie en haar veranderde levensstijl. Dat het een droom was wist Roos al toen ze opgelaten en onzeker haar handtekening zette als getuige voor het (binnen drie weken) geregelde huwelijk van haar vriendin. Ze wist hoe dit zou gaan eindigen maar hield wijselijk haar mond. Het zou niets hebben uitgehaald. Anne was dolgelukkig en alle denkbare clichés bleken ook haar lot. Ze was toen 42 jaar. Ze trouwde de man van haar dromen. Hij in een duur Armani-pak met een fortuin aan schoenen en zij in een jurkje die hij voor haar had uitgezocht op de markt. Tekenend voor wat de toekomst zou gaan brengen. Aan het einde van die trouwdag brandde Roos een kaarsje. Ze dacht er aan dat ze Anne niet kon laten vallen, ze wist zelf uit ervaring hoe desastreus zo’n mislukte actie met een waardeloze vent kon eindigen. En vooral hoe familie er op reageerde. Toen was Anne er voor haar. Altijd. Vriendinnen staan elkaar bij, altijd. Ook al was Roos erg boos geweest om de dingen die Anne deed, er was iets wat haar altijd klaar deed staan. Anne’s kinderen waren de reden. Zij waren beschadigd genoeg geweest.
Anne praatte voluit tijdens haar derde glas wijn en maakte plannen om haar oude werk weer op te pakken. Ze kon niet wachten op de ochtend, want dan kon ze gaan bellen. “ Zijn drugs- en drankprobleem mag hij houden,” zei ze opgelucht. “En ook de klappen”, voegde ze toe. Verwachtingen waren uitgekomen: geweld, drugs en bedrog. Roos verweet haar niets. Ze hoopte dat dit een les was. Wederom. Voor nu was ze veilig. Het werd laat die nacht. Anne begaf ze zich naar de logeerkamer, in onzekerheid over hoe lang ze hier zou moeten blijven. Roos bleef nog even in de kamer voordat ze naar boven liep. Ze vroeg zich af of de blunder van haar vriendin ook het adres wist waar ze nu was. Ze controleerde zenuwachtig of alle deuren goed waren afgesloten en liep naar boven. Ze keek bij haar kinderen en voorzichtig bij Anne. Zij sliep. Het was waarschijnlijk haar beste nacht sinds jaren.
In bed kon Roos de slaap niet vatten. Na een uur wakker liggen hoorde ze iets. Glasgerinkel? Een deur? Ze spitste haar oren en hoorde haar hart luid bonzen. In de straat hoorde ze een auto starten. Ze sprong van haar bed. Achter de gordijnen keek ze voorzichtig uit het raam. Een man zat achter het stuur van de Jeep waarin Anne was gekomen.
Wie was die man en van wie was die auto…
Dit verhaal vraagt om een vervolg!!
Mooi Karin!
En dat vervolg komt er!! Dank je wel! XX
Kan niet wachten op het vervolg.
Blijf schrijven het is echt je ding.
Dank je wel Henk!
Onwijs mooi lieverd…xxx
🙂
Dank je wel lieverd. XX
Ben erg benieuwd naar het vervolg! Erg mooi geschreven, voor mijn gevoel een beetje kort. Maar dat komt waarschijnlijk omdat ik een echte lezer ben die graag in het verhaal “gezogen” wordt. Anne mag in ieder geval trots zijn op haar zelf en haar 2 kids dat ze na alle ellende het allemaal zo goed doen en weer wat geluk hebben gevonden.
Dank je voor je reactie.
Ook ik wilde graag doorschrijven( en er komt binnenkort al een vervolg) maar het “Boekenweekproject” in deze categorie was een verhaal in exact 1001 woorden.
Poe, best moeilijk en ik heb ook vaak geschrapt en toegevoegd en weggehaald en opnieuw ingevuld.Maar?? Exact 1001 woorden :-).
Wat een sterk doorleefd verhaal, hoop dat ik niet lang op het vervolg moet wachten. Eigenlijk wil ik geen vervolg, het onafgemaakte noopt je om het nog een keer te lezen en nog een keer. Om er zo achter te komen, waarom sommige mensen niet beseffen wat zij anderen aan kunnen doen.
Gerrit,
Dank je voor reageren. Blij dat je het verhaal leuk en boeiend vond om te lezen.
Mooi en realistisch. Meer gaan schrijven Karin…..