Spoor van ellende
Je hoort het niet veel in de strafkamer van de zittingszaal. Naamswijziging. Het komt niet zo heel vaak voor. Van de aanvragen worden er maar weinig toegewezen. Je moet aan stevige voorwaarden voldoen en een uitstekend onderbouwde reden hebben, een flink gevulde portemonnee en geduld. Wat heeft dat met onderstaand verhaal te maken. Van de wekelijkse shit en geruïneerde levens die je als rechtbankverslaggever voorbij ziet komen in de zittingszaal, voorafgegaan door een spoor van ellende, wordt tijdens zittingen pijnlijk duidelijk wat ontkennende verdachten bedoelen. Met een ‘Nee, ik heb het niet gedaan’, is helder dat in de meeste misbruikzaken deze woorden staan voor: ‘Ik wil geen schuld.’ Het was weer raak, deze keer. Iets met een dochter, een pleegdochter en een zoon.
“Ik ben er niet in klaargekomen”
Tijdens zittingen met misbruikzaken worden door de verdachten uiteenlopende redenen voor lichamelijk contact met zeer jonge kinderen genoemd. ‘Ze kleedde zich uitdagend’, ‘Ze zei ook niet dat ik moest stoppen’, ‘Mijn vrouw overleed zo jong’, ‘Mijn huwelijk was al een tijd niet in orde’, ‘Ik kon er niets aan doen’, Ík weet niet wat me bezielde’, ’Ik ben er niet in klaargekomen, hoor. Dat niet.’ ‘Ze daagde me uit’, ‘Ik zocht troost’ en dan als laatste de hekkensluiter -na jaren van misbruik: ’Ik heb zo een spijt.’
De drank en het bed
Voor mij in de zittingszaal zit hij. De man die zijn zoon zou hebben geslagen en gestompt omdat hij er harden van zou worden. De man die zijn pleegdochter drank voerde zodat ze makkelijker naar het bed kon worden vervoerd, en dan de jongste dochter. Nog steeds bezig met speltherapie om haar verleden met een gewelddadige vader een plek te kunnen geven. Details laat ik achterwege. We weten het wel.
Schaamte voor de naam
Wat heeft dat te maken met de naamswijziging. De(eigen) kinderen verklaren dat hun vader er niet meer is. Dat ze zich schamen voor de naam van hun vader. Dat die juist in elk document opduikt en ze dat niet meer willen. Dat houdt de herinnering aan de man levend en dat is fnuikend voor een herstel.
Hij betaalt maar
De officier van justitie vindt dat buiten de eis van vijfduizend euro aan schadevergoeding ook de naamswijziging moet worden betaald door de verdachte. Zo ver gaat dat.
“Als niet was gebeurd, wat ís gebeurd dan was dit het gevolg niet geweest. Hij betaalt de aangerichte schade maar.”, luiden de woorden van de officier. Dat is natuurlijk schrikken voor de verdachte. Dochter moest hem op zijn verzoek aftrekken maar als het op betalen aankomt, dan heb je nog altijd zijn advocaat. En die vindt dat best heel veel. Straf, schadevergoeding en ook nog de naamswijziging betalen?
Noodzaak en rust
Ik vind daar wel iets van. Als verslaggever maar ook als moeder. Dat zou standaard door de aanstichter moeten worden betaald. Wanneer je aan naamswijziging begint, kom veel uit het verleden boven. Zodra het rond is, en dat duurt heel erg lang, zie je, merk je aan de kinderen dat dat weer vervaagt. Dat er rust komt. Pijnlijke namen op de achtergrond. Mijn kinderen dragen mijn naam sinds kort. Omdat dat noodzaak is, de wens er al jaren was. En nog om veel meer.
Daarom.
Dit verhaal van mij verscheen eerder op The Post Online.