Dat zal wel, dat ze mijn TBS willen verlengen met twee jaar. Daar zit ik hier iedere twee jaar voor. Natuurlijk is de therapie niet aangeslagen. Zeker ben ik een rund zodra ik met medewerkers praat. Voornamelijk vrouwen, ik blijf daar moeite mee houden. Ze zijn een risico voor me. Al jaren. Ik heb er vijf gegrepen, eentje gewurgd. Ze piepte van angst. Dat was in 1998. Zodra ik een vrouw spreek staan er vier begeleiders bij. Doodsbang dat ik ‘r grijp. Dat kan ik al lang niet meer.
Ach, kijk die rechter nou. Hij weet exact wat er speelt op de Longstay. De goede man is er nooit geweest en gaat me gewoon weer terug proppen. Nee, ik wil niet meer aardig en beleefd doen. Ook niet op advies van mijn advocaat. Ik ben ook niet meer wanhopig, ook niet meer boos. Ik pas nergens meer. Zeggen ze.
Ik pas het beste in een Longstay waar ik Long zal Stay-en. Ik woon daar met anderen en allemaal hebben we wat gedaan. Men vindt dat dat vreselijke dingen zijn, ze vragen nooit naar de redenen. Heel raar.
Zo, die bode schenkt me nog eens water in. Hij is de meest vriendelijke hier. Hij knikt. Maar dat kan angst zijn. Ik voel dat. Mijn voet slaapt. Ik mag iets zeggen. Wat voor nut heeft dat? Ik zeg niets meer. Ik ben lamgeslagen. Moe. Uitgevochten. Mijn advocaat is een goeie knakker. Ik vertrouw hem. Nou ja, vertrouwde. Hij zou me uit de Longstay krijgen en daar zijn stinkende best voor doen. We onderhandelen en prutsen al vier jaar voort. Ik ben nu 52.
Er zijn dagen geweest dat ik hoopte op een hartaanval in de nacht. En dan weg. Natuurlijke doodsoorzaak. Zou wel bij mij passen. Die hartaanval kwam nooit. Dadelijk word ik honderden vier jaren oud.
Oh, mijn advocaat praat. Wat zegt ie nou? Wat ook een dure praat eigenlijk. Hij woont in een mooi huis, vertelde ie laatst. Geloof ik wel. Gezinnetje en zo. Grote tuin.
Als ik terug ben vanavond, kook ik wortelen. Als dat mag. En als ze er zijn.
Er zit een agent links en eentje rechts. Vrouwen. Hoe krijgen ze het voor elkaar om een verkrachter als ik zo te omringen met vrouwen. Rechters, parketpolitie, allemaal vrouwen. Blijft voor mij een zwak punt maar ik hou mijn mond wel. Maakt niets uit of ik iets zeg en hoe ik iets zeg. Ik ben de mislukking in de maatschappij. Het gevaar.
Lisa. Hoe zou het daarmee gaan? Ze liet me mooi stikken. Omdat ze niet wist of ik er ooit uit zou komen. Nee, dat weet niemand. Dat komt ook vrijwel niemand, uit de Longstay. De echte reden van haar vertrek weet ik wel. Ze is bang voor haar eigen kerel. Ik heb ’m namelijk zomaar eens ongevraagd in een aantal vrouwen gestoken. Niet bij haar. Maar ze is er wel bang voor. De trut.
Hoor ik iets zeggen over achtervolgingswaanzin en godsdienstwaanzin? Psychoses? Sinds wanneer? Oh, ik mag het laatste woord. Even denken. Wat had ik nou afgesproken met mijn advootje… Even recht zitten. Mijn moeder zou zeggen: Jongen, schouders recht en aankijken.
Komt ie.
“Ik denk dat ik nooit meer in de fout ga en ik wil graag geen verlenging meer van twee jaar maar van een. Dat er gewoon ieder jaar gekeken word naar hoe ik ga en hoe het met me gaat, daaro. Dank u wel.”
Nou, viel best mee weer. Beneden nog even babbelen met de advo en dan de bus in op weg naar Brabant. Pokke-end. Nou maar hopen dat ze wortelen hebben, leg ik vanavond even een kaartje met Evert en ga ik wat muziek luisteren. Vroeg naar bed. Morgen houthakken. Onder begeleiding. Dat wel. En dan in de middag een gesprekje met zo’n miep van de begeleiding. Hoe het is gegaan in de rechtbank en ‘hoe ik me daarbij voel’. Nou, dat zal ik haar vertellen. Dat ik over twee jaar weer kan. Dat weet ik nu al. Naar de uitspraak ga ik niet, die is me al honderd keer tegengevallen. Advootje spreek ik wel weer.
De uitspraak
Adrie, zijn naam is gefingeerd, mag voorlopig niet rekenen op onbegeleid verlof, is de mening van de Raadkamer. Wel wordt de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, in plaats van twee jaar.